Onze beleidsvoorstellen rond wonen

In België wordt wonen formeel erkend als een grondrecht. Ondanks deze erkenning worstelen we als samenleving om kwalitatieve en betaalbare huisvesting te bieden aan al haar burgers. Het probleem van dak- en thuisloosheid weerspiegelt de ernst van deze situatie, met bijna 20.000 mensen die te maken hebben met een onstabiele woonsituatie. 1 op de 4 is daarvan  minderjarig. Het wordt steeds moeilijker voor veel jongeren om een betaalbare en kwalitatieve woning te vinden. Beleidsmaatregelen om de wooncrisis aan te pakken zijn dringend nodig.
 

ABVV-Jongeren doet enkele beleidsvoorstellen:
 

1.    Meer studentenkoten

In veel studentensteden is er een tekort aan betaalbare, kwalitatieve studentenkamers op de particuliere huurmarkt. Er is dringend behoefte aan een register waarin de kwaliteit van studentenkamers wordt gekoppeld aan de huurprijs. Bovendien is het noodzakelijk dat het aanbod van publieke studentenhuisvesting wordt uitgebreid. Hogere onderwijsinstellingen en lokale overheden dienen te investeren in bijkomend aanbod publieke koten, mede om de druk op de reguliere woningmarkt en de concurrentie met jonge gezinnen te verkleinen. Dit vereist uiteraard extra financiële steun vanuit Vlaanderen.

2.    Meer sociale en publieke huisvesting

Sociale en publieke huisvesting vormen de meest effectieve aanpak om de tekortkomingen van de private woningmarkt aan te pakken en iedereen toegang te bieden tot betaalbare en hoogwaardige woningen. Niettemin kampt de sociale huisvesting op dit moment met een wachtlijst van bijna 180.000 gezinnen. Om deze bestaande wachtlijsten weg te werken, is het essentieel om het aantal sociale woningen binnen een periode van 10 jaar te verdubbelen. Dit betekent dat er jaarlijks minstens 15.000 extra woningen moeten worden gerealiseerd.

Hoewel gemeenten momenteel al verplicht zijn om 9% sociale huisvesting te voorzien, zoals vastgelegd in het Bindend Sociaal Objectief, worden ze niet gesanctioneerd bij het niet behalen hiervan. De investering in sociale huisvesting moet over heel Vlaanderen gebeuren. Alle gemeenten moeten de opdracht waar maken. Het bindend sociaal objectief mag daarbij geen einddoel zijn, een update is nodig op basis van de huidige woonnood. Dit kan alleen door naast richtlijnen ook verplichtingen op te leggen. Elke gemeente moet in ruil voor steunmaatregelen vanuit de Vlaamse overheid verplicht kunnen worden om bij vastgoedprojecten van een zekere grootte een aandeel vrij te houden voor sociale woningen. Vandaag wordt dit in een aantal gemeenten al toegepast. Mooie initiatieven die algemeen uitgerold moeten worden.

3.    Eerlijk woonfiscaliteit: bestrijd speculatie en winstbejag

Wonen wordt steeds vaker beschouwd als een investeringsproduct in plaats van een fundamenteel grondrecht. Vastgoed is een veilig investeringsproduct voor heel wat particulieren, kleine beleggers, een reeks (middel-)grote bedrijven. Ook de financiële wereld vertoont meer en meer belangstelling in vastgoed, zeker in een grootstedelijke context. Winstmaximalisatie staat daarbij centraal, met o.a. hoge huurprijzen en uithuiszettingen tot gevolg. De sociale aspecten van wonen worden hierbij volledig over het hoofd gezien. We staan vandaag op een kantelpunt.
Het is noodzakelijk om strengere marktregulering in te voeren wanneer grote spelers een te groot aandeel van de markt bezitten. Daarnaast is er behoefte aan een progressieve belasting vanaf de 2de woning en het belasten van reële huurinkomsten, eventueel met vrijstelling tot een bepaalde plafond. Op dit moment worden huurinkomsten nauwelijks belast, zeker in vergelijking met de belastingen op arbeid.
Om speculatie en winstbejag op de woningmarkt tegen te gaan, moet een raamwerk worden gecreëerd voor steden en gemeenten. Het voorkooprecht moet zo bijvoorbeeld standaardprocedure zijn. Bovendien moet overheidsondersteuning bij de aankoop van woningen selectiever worden toegepast, bijvoorbeeld niet voor tweede en daaropvolgende woningen, terwijl renovatie juist meer steun verdient.

4.    Breid aanbod Vlaams woningfonds uit. 

Breid het aanbod van het Vlaams Woningfonds uit en vereenvoudig de administratieve last . Versterk het systeem van de Vlaamse woonlening (goedkope rentevoeten voor lagere inkomens) en de gratis verzekering gewaarborgd wonen. Maak ook de overgang van huren naar kopen van een sociale woning makkelijker.


5.    Huurwaarborg terugbrengen tot 1 maand

De hoge huurprijzen maken het verkrijgen van een huurwoning al zeer uitdagend. Daarbovenop is het voor velen onmogelijk om in één keer een huurwaarborg van 3 maanden te betalen. Daarom pleiten we ervoor de huurwaarborg terug naar 1 maand te brengen.
Daarnaast zijn we voorstander van de oprichtingen van een centraal en publiek huurwaarborg-fonds op. Dat staat in voor het ontvangen en bewaren van huurwaarborgen en voor het uitklaren van betwistingen rond de terugbetaling van de waarborgen na afloop van de huur.


6.    Leegstand aanpakken

We pleiten voor een dwingende Vlaamse wetgeving die langdurige leegstand en verkrotting in aanmerking laat komen voor onteigening en leegstandstaks. Lokale besturen moeten meer gebruik maken van het sociaal beheersrecht, waarbij verwaarloosde woningen worden onttrokken van de eigenaars en in sociaal beheer komen.


7.    Ondersteuning coöperatieve initiatieven

De overheid dient woon- en energiecoöperaties zowel juridisch als fiscaal te ondersteunen. Een collectieve aanpak biedt vaak voordelen op het gebied van efficiëntie en kostenbesparing, helpt bij het overwinnen van keuzestress en opent extra mogelijkheden die niet beschikbaar zijn voor individuele huishoudens. Op deze manier kunnen wooncoöperaties bijdragen aan het doorbreken van de dominante positie van de private woningmarkt. Tegelijkertijd spelen energiecoöperaties een cruciale rol in de overgang naar energieonafhankelijkheid. Hierin is het belangrijk dat personen in een maatschappelijk kwetsbare positie ook de mogelijkheid hebben om coöperant te worden.


8.    Investeer in openbaar vervoer

Wonen en mobiliteit zijn nauw met elkaar verbonden. Veel jongeren zijn genoodzaakt om buiten de kernen van dorpen en steden te zoeken naar betaalbare woningen. Aan de ene kant is het van essentieel belang om betaalbare huisvesting te realiseren in deze gebieden waar clusters van werkgelegenheid en openbare voorzieningen zich bevinden. Aan de andere kant is er een dringende behoefte aan aanzienlijke investeringen in openbaar vervoer en dienstverlening, vooral in landelijke regio's waar het aanbod van openbaar vervoer sterk is afgenomen.

9.    Betaalbare en energiezuinige woningen

Het verzoenen van betaalbaarheid, energiebesparing en woonkwaliteit is de uitdaging voor de komende jaren. Om de klimaatdoelstellingen te halen moet in Vlaanderen 90% van de gebouwen energetisch gerenoveerd worden tegen 2050. De helft van de Vlaamse gezinnen heeft echter niet voldoende middelen en expertise om zo’n renovatieproject zelf te financieren. 
De laagste inkomensgroepen zijn doorgaans als noodkopers of huurders aangewezen op kwalitatief ontoereikende woningen. Voor deze huishoudens is het zonder overheidssteun onmogelijk om de woning in overeenstemming te brengen met de minimale kwaliteitsnormen. Door gebrek aan eigen middelen vallen zij ook systematisch uit de boot bij renovatiepremies.